KENNISMAKING MET JAZZHARMONIE AAN DE PIANO

Jazz-HAP wordt als verplichte leerstof gebruikt op de jazzafdeling van een aantal vooraanstaande conservatoria in Nederland en België.
Het is een tweedelig werkboek, dat in 60 lessen, verdeeld over 12 hoofdstukken, de beginselen van de voor de jazzmuziek benodigde praktische harmonieleer behandelt. De inhoudsopgave geeft daarvan een overzicht.
Het boek is in eerste instantie bedoeld voor de jazzmusicus - amateur of professioneel - die niet of nauwelijks de weg weet op het klavier en zulks als een gemis voelt. In het bijzonder vocalisten (voor hen is de piano om vele redenen beslist onontbeerlijk!) en blazers of bassisten die in een lessituatie hun leerlingen willen kunnen begeleiden en de harmonische kant van de muziek in de praktijk moeten kunnen illustreren of die door middel van de piano zelf meer inzicht willen krijgen in de harmonieën.
De weg op de piano weten is verder een niet geringe steun bij gehoortraining en algemene muziektheoretische vakken. Het verruimt het inzicht in de harmonieën bij het improviseren en bovendien is het leuk.
Ook is het niet ondenkbaar, dat het voor mensen voor wie de traditionele harmonieleer geen geheimen heeft interessant kan zijn om te ontdekken hoe de harmonieën in de jazz worden toegepast.
Aangezien jazzmuziek voor het overgrote deel tonale muziek is, sluit de stof zoveel mogelijk aan bij de traditionele funktieleer en stemvoering. Naar mijn mening heeft die haar deugdelijkheid en nut in de afgelopen honderden jaren ruimschoots bewezen. Het boek duikt echter al gauw in de toepassing van septiemakkoorden en chromatiek; in de 'dirty chords', die we zo graag in de jazzmuziek horen.
Zij die zich zonder hulp van een leraar willen verdiepen in Jazz-HAP moeten zich goed realiseren dat het boek geen ontspanningslectuur is voor het slapen gaan maar een studieboek, een speciaal voor de jazzmusicus gedachte harmonieleer. Om de stof goed te begrijpen is aandacht en geduld onontbeerlijk en moet men zich niet laten afschrikken door de gebezigde vaktaal en symboolnotatie. Die zijn in iedere discipline onvermijdelijk.
De lessen gaan vergezeld van opgaven en opdrachten, de analyses gaan hier en daar echter wat verder dan voor het succesvol uitvoeren van de opdrachten en oefeningen strikt noodzakelijk is. Men moet zich niet uit het veld laten slaan waar zich in de tekst zaken voordoen die nog niet één-twee-drie worden begrepen. Het beste is om in dergelijke gevallen dapper verder te gaan en erop te vertrouwen dat het bij een herlezing wel duidelijker zal worden. Een goed begrip van de notenvoorbeelden is, zeker in het begin, belangrijker dan dat van de bijgaande analyses.
Het laatste hoofdstuk betreft onderwerpen die enigszins buiten de gevolgde leergang vallen maar zijn niettemin niet zonder praktische betekenis.
Een raad tot slot: gooi nooit iets weg tijdens het spelen van de voorbeelden en oefeningen! Luister altijd goed naar de klank van de akkoorden en akkoordverbindingen. Een misgreep, 'foute noot', een vergissing zou wel eens een onvoorziene vondst kunnen zijn.